dinsdag 8 november 2011

leesverslag "Hersenschimmen" van J. Bernlef

Persoonlijke beoordeling
Ik vond het onderwerp interessant. Vooral omdat mijn oma van 87 net als de hoofdpersoon in dit boek, de ziekte van alzheimer heeft. Eerst ergerde ik me soms aan mijn oma, maar na het lezen van dit boek kan ik me veel beter voorstellen waarom ze soms heel veel vergeet of rare dingen zegt.

In het boek staan de gevoelens en gedachten van Maarten Klein centraal. Hij takelt geestelijk langzaam af, maar dat heeft hij zelf meestal niet door. Soms heeft hij een helder moment en merkt hij wel hoe het met hem gesteld is, maar meestal is hij dat na een paar minuten alweer vergeten. Het is zielig dat hij niet weet hoe het met hem is, maar het is nóg zieliger dat hij het wel weet. Dat is als lezer heel triest om te lezen.
Lezen doe ik vaak ’s avonds in bed. Overdag denk ik dan doorgaans niet aan het boek waarin ik de avond ervoor gelezen heb. Bij dit boek was dat echter anders: het zette me zelfs overdag aan het denken. Over hoe zielig ik het vond dat Maarten Klein zo snel slechter werd, zonder dat hij er iets aan kon doen.
Ook de afloop vond ik triest: hij wordt opgenomen, maar hij begrijpt er helemaal niets meer van, omdat hij zo erg in de war is.

Ik vind dat het erg mooi geschreven is. Het wordt vertelt vanuit de ik-persoon. De schrijver heeft zich echt ingeleefd: hoe verder de ik-persoon aftakelt, hoe kortere zinnen hij gaat maken. Zo zijn het aan het begin nog mooie, volmaakte zinnen, maar aan het einde zijn alleen nog maar korte flarden van zijn gedachten overgebleven. Dan is het zelfs zo erg dat je als lezer bijna niet meer snapt wat er gebeurt. Daardoor kun je je erg goed inbeelden hoe het voelt om zo verward te zijn.
Desondanks de steeds korter worden de zinnen, was het boek goed leesbaar.

De gebeurtenissen en dialogen werden op een hele duidelijke manier verteld. Ik denk dat Bernlef door op deze manier te schrijven, een beroep doet op je inlevings vermogen. Hij doet dat heel goed, want ik kon me alles erg goed voorstellen, alsof ik naar een film zat te kijken.
Het boek is levensecht, niet sciencefiction. Het speelt zich wel ongeveer in onze tijd af. Iets eerder, maar dat komt omdat het boek al wat gedateerd is. Er komen ook alleen maar ‘gewone’ mensen in voor, geen pratende dieren of buitenaardse wezens.



Beknopte verhaalanalyse en beoordeling

Titel: Hersenschimmen
Auteur: J. Bernlef
Verschijningsjaar: 1984

Subject                                                                                                              uitwerking

Inhoud
Maarten woont met zijn vrouw Vera wonen in Amerika. Maarten doet steeds vaker rare dingen en wordt vergeetachtiger. Hij haalt alles door de war en probeert zoveel mogelijk herinneringen op te halen. Hij gaat steeds meer achteruit en uiteindelijk komt hij terecht in een kliniek.
Thema(hoofdonderwerp in abstractie)
-dementie, ziekte van alzheimer
- “het aanvaarden van het onaanvaardbare”
Motieven (herhalende onderwerpen die gezamenlijk tot het hoofdonderwerp leiden)
-vergeetachtigheid
- verwarring
-
Personen
-Maarten Klein (hoofdpersoon) wordt steeds dementer
-Vera, vrouw van Maarten, ziet toe hoe haar man achteruit gaat
Historische tijd en ruimte
Rond 1984
In Amerika; Gloucester (aan de kust boven Boston)
Titelverklaring
Onderschrift
Hersenschimmen staan symbool voor dementie. Alles in Maartens hooft wordt steeds onduidelijker; zijn gedachten gaan op schimmen lijken
Verteller (perspectief)
Ik = Maarten Klein
Genre
Roman
Spanning
Vergissingen (verkeerde kamer, verkeerd huis binnenlopen)
Stijl
Helder verteld; steeds korter
Waardering in recensies

Persoonlijke
Een acht als waardering, omdat ik het erg mooi geschreven vind en ik kan me goed inleven.


dinsdag 27 september 2011

Leesautobiografie

1) Ik weet het niet zeker meer, maar ik geloof dat het boek dat me nog het best bijstaat De prinses die alles verloor heette. De schrijver heb ik even opgezocht: Shanon Hale. Ik vond het een heel mooi boek, omdat je echt helemaal meevoelt met de hoofdpersoon. Dit boek is eigenlijk een sprookje, geen verhaal. Toch is het anders dan andere sprookjes. Deze prinses verliest alles en wordt een gewone ganzenhoedster, niemand weet wie zij werkelijk is. Uiteindelijk komt alles toch weer goed "en leefde ze nog lang en gelukkig".
2)Ik lees altijd 's avonds in bed, liggend op mijn zij. Ik lees altijd een half uur tot een uur. Op vakantie lees ik vaker, want dan heb ik meer tijd.
Ik kies meestal op genre (historisch) of op schrijver. Vroeger koos ik meer op titel en op omslag. Nu nog steeds wel, maar dat was toen belangrijker dan door wie het geschreven was of wat voor genre het was. Mijn manier van lezen is totaal niet veranderd. Ik lees al mijn hele leven in bed, net voordat ik ga slapen. Eerst lazen mijn ouders me voor, nu lees ik zelf.
3) Ik houd het meest van boeken die zich afspelen in andere tijden/bij andere volken. Dat vind ik leuk om te lezen, omdat het zo anders is dan onze wereld. Historische boeken vind ik intressant, omdat ik niet weet hoe het vroeger was en door zo'n boek krijg je daar iets meer een beeld van.
De combinatie 'boeken uit andere tijden' en 'liefde en vriendschap' vind ik het leukst om te lezen.
Met stripboeken kan ik ook goed overweg. Vooral strips van Garfield en Jan, Jans en de kinden vind ik leuk. Dat zijn niet echt stripboeken, maar eerder stripverhalen:  het is geen doorlopend verhaal, maar allemaal korte, grappige verhaaltjes.
Probleemboeken vind ik meestal nogal voorspelbaar en overdreven, daar heb ik moeite mee. Niet alle probleemboeken zijn saai, maar veel zijn een grote opeenhoping van allerlei problemen. De problemen zijn wel realistisch, maar het aantal problemen van de hoofdpersoon in zo'n boek is heel onrealistisch; zoveel problemen komen er (bijna) nooit voor in één mensenleven.
4) Ik denk dat ik leesniveau 3 heb, omdat ik aan de hand van de vragenlijst een boek heb gelezen, dat me beviel. Ik kwam er makkelijk doorheen en vond het ook leuk om te lezen. Ook herkende ik mezelf heel erg in de omschrijving van niveau 3 in het document niveau-aanduiding: ik ben een gemotiveerde lezer en ik ben nieuwsgierig naar de wereld. Ik vind het leuk om aan het denken gezet te worden door 'moeilijke' onderwerpen (zoals dementie) en de 'diepere lagen'.
5) Ik vind het leuk om te lezen, dus ik denk dat het wel goed komt met het lezen. Ik moet alleen wel streng tegen mezelf zijn dat ik op tijd ga lezen, want anders moet ik in de zesde alles weer inhalen. Tegen de opdrachten, die we moeten maken, zie ik meer op. Ik denk namelijk dat dat me veel tijd zal gaan kosten, omdat dat ik soms nogal perfectionistisch ben.