maandag 29 oktober 2012

Leesverslag Algemeen "Wie scheep gaat" van Rascha Peper

1.       Algemene informatie
a.       Standaardbeschrijving:
                                                               i.      Rascha Peper, Wie scheep gaat
                                                             ii.      Amsterdam/Antwerpen, 2003
                                                            iii.      480 pagina’s
b.      Het genre is: psychologische roman. Dit denk ik omdat alle personages makkelijk psychologisch te benaderen zijn. Eén van de personages (van Waardenburg, zie samenvatting) is psychologisch niet helemaal in orde. Een andere personage, Emma (15 jaar), is een puber en je maakt dus haar psychische ontwikkeling mee. De rest van de personages hebben het allemaal moeilijk met het verwerken van Hanna’s dood. Het verwerking van iemands overlijden is ook iets psychologisch.  
c.       Het boek is eigenlijk vrij lastig samen te vatten. Het is wel in chronologische volgorde geschreven, maar doordat je de hele tijd van de ene vertelpersonage naar de andere ‘hupst’ is het moeilijk om een duidelijke beschrijving te geven. Er gebeurt gewoon te veel in deze 480 pagina’s om kort en bondig samen te vatten. Hieronder doe ik toch een poging.
Twee jaar geleden is voor de kust van Marokko een zeiljacht gezonken. Aan boord bevonden zich Hanna LeCoultre, een jonge Nederlandse vrouw, en haar Kaapverdische minnaar. Hanna was op dat moment zwanger,  maar de familie was daarvan niet op de hoogte. Ook weet men niet van wie ze in verwachting was.
De 38-jarige Gerard Sikkema, die vanaf zijn studententijd tot vier jaar geleden een vaste relatie met Hanna had, heeft het gevoel dat hij bruut door haar is afgedankt. Die slag is hij nooit te boven gekomen. Hij werkt nu in New York als oceanograaf en doet onderzoek naar bepaalde zeestromen op het zuidelijk halfrond. Dit doet hij door het uitzetten van tienduizend blauwe plastic badeendjes uit te zetten. Het project werkt helaas niet. Ook zijn privéleven gaat niet over rozen. Hij heeft een mooi appartement, maar één kamertje wordt regelmatig bewoond door de Poolse eigenaar en zijn gezin: de vader, de invalide moeder en hun volwassen dochter.
Een pikant detail is, dat Gerard zijn geliefde Hanna verloor aan zijn beste vriend, Robin Quaadvlieg. Sinds Hanna is ‘overgelopen’, haat Gerard Robin. Robin werd echter twee jaar later ook even abrupt ingeruild voor een onbekende Kaapverdiaan.
Robin is een hartstochtelijke diepzeeduiker. Hij ziet het dan ook als zijn taak om het lichaam van Hanna op te duiken van de zeebodem en haar te bergen. Bij zijn financieringsplannen wordt Robin zeer gestimuleerd door de rebelse 15-jarige Emma. Zij is de dochter van Hanna’s oudere zuster Eva. Emma wordt smoorverliefd op Robin. Zij dringt zich aan hem op en probeert hem te verleiden. Robin weert haar af, want hij vindt het leeftijdsverschil te groot. Na verloop van tijd legt Emma zich hierbij neer en krijgt een vriendje van haar eigen leeftijd.
Emma wil haar opa, Alphons LeCoultre vertellen van Robins plannen, maar voor ze dat kan doen, overlijdt de man. Hij miste zijn geliefde jongste dochter zeer. Robin vindt het dan ook jammer dat zijn ex-schoonvader overlijdt voordat hij zijn plan heeft kunnen verwezenlijken.
Met een team ervaren diepzeeduikers met professionele apparatuur daalt hij af naar het scheepswrak. Hanna wordt niet aangetroffen, maar wel haar weekendtas.
In het boek komt echter nog één verhaalfiguur voor. Het is mr. Evert van Waardenburg, een oude klant van LeCoultre. Hij heeft een merkwaardige seksuele afwijking: hij is geobsedeerd door damesondergoed. Aan het einde van de roman wordt hij betrapt door de moeder van Emma, Eva. Hij heeft in de zak van Eva’s schort een brief uit Zuid-Afrika aan Alphons LeCoultre gevonden waar een foto bij zit van een meisje van een jaar of twee met blonde krullen. Hiermee blijven twee vragen onopgelost: wat gebeurde er verder met van Waardenburg? En wat had hij precies in handen?
2.       Verwachtingen. Hoe ben ik op het idee gekomen dit boek te gaan lezen?
Toen we in de mediatheek een boek moesten gaan uitzoeken, wilde ik graag een boek van niveau 4 of 5. Ik vertelde mevrouw Kleijn dat ik graag lees en wat voor boek ik ongeveer zocht. Ze gaf me dit boek. Ik schrok een beetje van het aantal pagina’s, maar ze verzekerde me dat het snel las.
Ik wist niet wat ik van dit boek moest verwachten. Ik had nog nooit iets van Rascha Peper gelezen en ik had nooit iets gehoord over dit boek. Natuurlijk heb ik de achterkant van het boek gelezen, waarop stond dat het verhaal zich afspeelde rond ‘een vrouw die nu al 2 jaar lang op de zeebodem ligt’. Daarom verwachtte ik dat het vooral over het  verlies van die vrouw zou gaan. Dit bleek ook grotendeels waar te zijn.
3.       Motieven en thema.
-          Motieven. De badeendjes van Gerard Sikkema vormen een rode draad in het verhaal. Omdat het verhaal geschreven is rondom de verdronken Hanna, is het toepasselijk dat deze badeendjes overal ronddobberen in hetzelfde water, waarin ook Hanna ligt. Een deel van het verhaal wordt ook vanuit een eendje beschreven, alsof het een mens is. Het lijkt alsof het eendje op zoek is naar zijn eigen identiteit, dit komt overeen met alle hoofdpersonen in het boek.
Ook komt Robin Quaadvlieg tijdens zijn zoektocht naar Hanna verschillende eendjes tegen. Dit benadrukt de driehoeksverhouding die in dit boek te vinden is, namelijk: Robin-Hanna-Gerard. Robin komt, terwijl hij aan het zoeken is naar Hanna, de eendjes van Gerard tegen.
-          Thema. De verschillende thema’s van dit boek zijn: eenzaamheid, liefde en verdwijning.
4.       Beoordeling.
a.       Schrijfstijl. Rascha Peper heeft in mijn ogen niet echt een bijzondere schrijfstijl. Wel is het heel knap dat ze je het verhaal in weet te zuigen en dat je geen moment doorhebt dat dit verhaal bedacht is door iemand. Het lukt haar om zichzelf helemaal weg te wissen uit het verhaal. Je merkt geen moment dat ze een verhaal vertelt. Het verhaal ís er gewoon. Soms maakt ze lange zinnen, maar het overgrote deel van het boek is geschreven in simpele korte zinnen. Een voorbeeld: “ Zoals een vakantieganger, teruggekeerd uit de warmte, weelde en zwierigheid van het mediterrane leven, stiekem blij is weer thuis te zijn tussen zijn mopperende landgenoten in een Hollands druilregentje, zo hield Robin, na de pracht en flamboyance van de tropische zeeën te hebben leren kennen, van de Hollandse wateren.” (p. 225) Maar ook: “Aardig dat je gebeld hebt. Wat klonk dat tam uit de mond van het kind dat hem gisteren zo hartstochtelijk omhelsd had.” (p. 229)
b.      Inhoud.
                                                               i.      Personages. Je identificeert je ongemerkt met alle personages in dit boek. Of je nou op ze lijkt, of juist helemaal niet. Je kijkt mee in hun hersenen en er wordt een uitgebreide beschrijving gegeven van hun karakter.
                                                             ii.      Vertelperspectief. Alles wordt in 3e persoon enkelvoud verteld. Toch kijk je telkens door de ogen van maar één persoon tegelijk. Ook vanuit één van de badeendjes wordt verteld. Dit vond ik het interessantste perspectief.
5.       Eindoordeel.




Ik vond het een goed boek, maar niet spetterend. Dit komt waarschijnlijk omdat ik niet zo van open eindes hou. Dit was weliswaar geen écht open einde, maar ik bleef wel met onbeantwoorde vragen zitten. Na het lezen van de regels “Een kleindochter van LeCoultre? Nee, een zoon of dochter stuurde natuurlijk niets meer naar het adres van de overledene.” (p. 462) bleef ook ik met de woorden ‘een kleindochter van LeCoultre’ zitten. Hanna was namelijk zwanger toen zij samen met het schip verging. Denk je. Maar gedurende het boek krijg je een paar hints, zoals deze, dat Hanna het ongeluk wel degelijk overleefd heeft en zelfs een kind heeft. Ik vind het vervelend om met dit soort onopgeloste raadsels te blijven zitten en daarom vond ik het geen geweldig boek. Voor de rest vond ik het gewoon leuk om te lezen.
Zoals ik al zei bij het kopje ‘verwachtingen’, had ik niet echt veel verwachtingen. De enige échte verwachting die ik had was dat het over het verlies van Hanna zou gaan, en dat was waar.

6.       Bronnen:
Uittreksels – biblion uitgeverij (mediatheek)

woensdag 13 juni 2012

Leesverslag Algemeen "Het leven is vurrukkulluk" van Remco Campert

1.      
a.       I:           Auteur, titel: Remco Campert, Het leven is vurrukkulluk
II:          Plaats van uitgave: De Bezige Bij, Amsterdam
              Jaar van uitgave: 2011
              Druk: 31e druk (uitgave ter gelegenheid van Nederland Leest 2011)
III:       Aantal pagina’s: 164 pagina’s (173 pagina’s als je het nawoord meetelt en de lijst van andere boeken van Remco Campert)
b.      Genre: Roman. Dit staat namelijk voorin het boek.
c.       Korte samenvatting: De vrienden Mees en Boelie wandelen samen met het 15-jarige meisje Panda door het park. Ze halen een ijsje en gaan naar het café. Ze worden gevolgd door een oude man, die hen zelfs achternaloopt als ze naar het huis van Mees gaan. Na een poosje zijn ze hem zat, slaan ze hem neer en stelen de 200 gulden die hij in zijn schoenen verborg. Ze laten hem bewusteloos achter  en lopen verder naar huis. Mees wil Boelie weg hebben en herinnert hem aan zijn afspraak met een journalist. Mees en Panda gaan met elkaar naar bed. Mees denkt ondertussen terug aan zijn jeugd en aan zijn latere muzikale leven als jazzpianist in kroegen.
Intussen wordt Boelie geïnterviewd. De journalist, Ernst-Jan, waar Boelie mee bevriend is, vraagt hem mee naar huis te gaan. Thuis aangekomen luistert Ernst-Jan naar een radioverslag van een voetbalwedstrijd, terwijl Boelie zijn vrouw Etta gezelschap houdt. Ernst-Jan denkt dat ze vreemdgaat en Boelie probeert daar achter te komen. Etta vertelt hem over haar jeugd en haar mislukte huwelijk met Ernst-Jan. Haar vader was een belangrijke bankier en haar moeder was alcoholiste. Ze neemt Boelie mee naar het huis van de buren. Daar probeert Boelie Etta te verleiden, maar juist als ze het bed induiken, worden ze verrast door de thuiskomst van de buren. Als de buren vragen waarom ze in hun huis zijn, antwoorden ze dat ze gas roken en bang waren dat het huis af zou branden.
De beroofde oude man komt weer bij zijn positieven en merkt dat al zijn geld verdwenen is. Hij wordt geholpen door Tjeerd Overbeek, die getuige was van het hele voorval. Tjeerd neemt de man mee naar zijn tante. Zij blijkt een oude jeugdvriendin van de man te zijn en Tjeerd laat ze alleen om herinneringen op te halen. Mees en Panda besluiten het gestolen geld te gebruiken voor een feestje. Ze gaan drank halen bij Jens. Als ze voldoende alcohol hebben ingeslagen, kan het feestje beginnen.
Tjeerd Overbeek komt langs om verhaal te halen over de diefstal, maar wordt door een dronken feestganger naar binnen gesleurd. Ernst-Jan en Etta komen ook, maar krijgen later op de avond ruzie. Boelie profiteert en neemt Etta mee naar boven. Panda wordt door Jens, de drankhandel eigenaar, naar huis gebracht. Een feestganger springt, hangende aan een paraplu, uit het zolderraam.

1.       Verwachtingen: Ik heb dit boek twee keer gelezen. De eerste keer gewoon, zomaar, voor mezelf. De tweede keer om het nog eens te herlezen voor school. Er stond voor onze school een busje. Er werden boekjes uitgedeeld in het kader van ‘Nederland Leest’. Ik nam een boekje mee (Het leven is vurrukkulluk) en las het. Ik had eigenlijk verrassend weinig verwachtingen van het boekje. Ik had nog nooit eerder iets van deze schrijver gelezen en eigenlijk ook nog nooit van hem gehoord. Ik had wel iets grappigs verwacht, door de titel.

2.       Motieven en thema: Het motief is in dit boek duidelijk: Boelie en Mees zijn op zoek naar zichzelf en ook naar de liefde. De terugkerende ‘handeling’ is: een mooi meisje opzoeken op straat, haar versieren en haar mee naar bed nemen. Het thema is waarschijnlijk ‘liefde’. Dit slaat ook weer terug op het motief.

3.       Beoordeling:
a.       Schrijfstijl: Het verhaal is erg luchtig en grappig opgeschreven. Er wordt meestal gebruik gemaakt van korte zinnen. Soms  spelt de schrijver woorden zelfs expres verkeerd. Als voorbeeld hiervan zou je dus in principe alle zinnen in dit boek kunnen gebruiken, maar een mooi voorbeeld is: ‘“Bent u Bram?” informeerde Panda. “Ik ben Bramsbroerjaap,” lichtte de ijskoman haar in.’ Hier zie je dus de leuke manier van spellen: Bramsbroerjaap, in plaats van ‘Brams broer Jaap’. Dit doet Remco Campert met een heleboel woorden, zo ook met: ‘Marry-you-Anna’ in plaats van marihuana.
b.      Inhoud: Ook het vertelperspectief is leuk uitgewerkt. In het begin wordt er maar vanuit één persoon verteld, Mees. Je denkt dat er maar één verteller is, maar daarna wordt er ook vanuit Boelie, Etta en Tjeerd verteld. Op een gegeven moment loopt Tjeerd ergens rond en ziet hij Mees. Op dat moment wordt het verhaal verteld vanuit Mees.
De personages zijn interessant, niet doorsnee. Vooral Panda vond ik een interessant persoon. Ze is vijftien, net zo oud als ik, maar ze doet hele andere dingen. Ze loopt met jongens door het park die minstens vijf jaar ouder zijn dan zij en gaat vervolgens met een van hen naar bed. Ook doet ze erg droge en humoristische uitspraken.

4.       Eindoordeel:





Ik vond het een leuk boek om te lezen, door de grappige en luchtige schrijfstijl. Het begint leuk: “Het leven is vurrukkulluk,’ zei Panda’ (p. 7) en het eindigt leuk: ‘Mees stond voor het raam en zag hoe op nog geen twee meter afstand van hem de jongen, aan zijn paraplu hangend, langzaam en statig naar beneden kwam zweven en veilig in de tuin daalde. “Een wonder.”’ (p. 164). De eerste zin is dus gewoon de (grappige) titel, of de titel is de eerste zin. Het is maar hoe je het bekijkt. Ook het einde vond ik grappig, vooral de droge reactie van hoofdpersoon Mees. Hij ziet iemand aan een paraplu naar beneden zweven en het enige wat hij daarop zegt is: “een wonder.”
Ik vond het niet helemaal geweldig, omdat ik de verhaallijn niet echt diep vond. Er waren wel een paar verhaallijnen die erg mooi in elkaar werden vervlochten, maar meer dan een beschrijving van één dag uit het leven van drie jongeren was het niet. Er gebeurde gewoon heel weinig.

5.       Bronnen:

vrijdag 30 maart 2012

Boekrecensie "Allemaal willen we de hemel" van Els Beerten

Allemaal willen we de hemel, toch?                                    29 maart 2012
 “Mijn broer Jef is een held”. Het boek Allemaal willen we de hemel van Els Beerten vertelt het prachtige oorlogsverhaal over Jef en zijn vriend Ward die niets liever willen dan helden zijn. Maar wat is die heldendom waard? En kun je je vrienden nog wel vertrouwen in een oorlog?
Els Beerten werd geboren op 27 maart 1959 te Hasselt. Ze bracht haar kindertijd en jeugd door in Koersel. Als kind las de Vlaamse graag het boek Nelly, het meisje met de rode haren waarover ze zelf zegt: Dat raar en goed konden samen gaan was een hele geruststelling voor me en ik  zóu de truc ontdekken van raar en goed.” En dat is haar zeker gelukt. Haar boeken zijn stuk voor stuk steengoed. Ze sleepte al meerdere prijzen in de wacht, maar pas met haar laatste boek,  Allemaal willen we de hemel maakte ze een grote klapper. Zo is het boek onder andere de winnaar van de Gouden Uil Prijs van de Jonge Lezer 2009 en werd het bekroond met de Nienke van Hichtumprijs 2009. – door Femke Koekkoek, 4B

 “Het leven is een raar ding, zeker als het oorlog is”, zegt vader. Hij wil niets met de oorlog te maken hebben. Zijn zoon Jef is het daar blindelings mee eens, totdat de paters van zijn school hem voorhouden dat jongens zoals hij hard nodig zijn aan het oostfront. Hij en zijn vriend Ward dromen ervan om helden te worden en schrijven zich in om tegen de Russen te vechten. Ward vertrekt, maar Jef mag niet van zijn vader en blijft alleen achter. Ook zijn zus Renée blijft thuis. Zij bemoeit zich niet met de oorlog, ze heeft genoeg aan muziek. Ze doet haar best om Ward, haar lief, te vergeten. Ze verbiedt zichzelf om aan hem te denken, want iedereen weet wat voor verschrikkelijks hij gedaan heeft. Kleine Remi, het broertje van Renée en Jef, weet van dit alles niets af. “Die kleine moeten we sparen”, zegt vader altijd.

Dit boek staat binnen tien jaar op de lijst van klassiekers, dat kan gewoon niet anders. Iedereen zou op zijn minst een passage uit dit boek moeten lezen, alleen maar om te beseffen hoe goed het is geschreven. De personages sluit je in je armen en zij sleuren je zo het verhaal in. Aan het begin van het boek gaat dit nog niet zo snel, maar als je geduld hebt geraak je geleidelijk in de stroomversnelling en is het vrijwel onmogelijk om dit boek weg te leggen vóór je weet hoe het afloopt.
Er zijn maar weinig boeken die ik twee keer lees. Toch heb ik Allemaal willen we de hemel al twee keer gelezen, zonder dat het me verveelde. Dat komt omdat je telkens het gevoel hebt dat je weet wat er is voorgevallen, maar dan blijkt het toch weer dat je op het verkeerde been bent gezet. De gebeurtenissen zijn levendig beschreven, waardoor je het hele verhaal als een prachtige film voorbij ziet komen.
Ook is het boek zo mooi, omdat het verhaal telkens vanuit een ander wordt beschreven. Zo ontstaan er vier verhaallijnen. Er zijn vier ik-personen die allemaal aanvoelen alsof je ze persoonlijk kent, ze voelen heel echt. Om en om kijk je door hun ogen naar de wereld. Nu eens kijk je door de ogen van de stoere Ward dan weer door die van Remi, ‘de Kleine’. Stuk voor stuk hebben ze hun eigen kijk op wat er gebeurt en hebben ze elk een uitgesproken mening over de oorlog. Allemaal hebben ze geheimen door elkaar waar er steeds meer van worden ontrafeld. Toch blijven er door het verhaal heen een heleboel open plekken oningevuld. Dat spoort je aan om verder te lezen. Ook voor Remi blijven er een hoop vragen hangen, omdat iedereen hem nog te klein vindt voor de oorlog. Zo voel je helemaal mee met Remi, omdat je net als hij het gevoel hebt dat je overal wordt buitengehouden. Stapje voor stapje kom je er achter wat er is gebeurd. Zo worden op meesterlijke wijze al deze vragen beantwoord, ook voor Remi.

Kortom, je moet je niet laten afschepen door het enigszins langdradige begin, maar doorlezen tot de laatste letter. Dit is zeker een boek dat je een keer gelezen moet hebben. Het verhaal is aangrijpend en de personages zijn glashelder en levensecht: een absolute aanrader dus!

Allemaal willen we de hemel, Els Beerten.
Querido, € 17,95
498 pagina’s