Blokken, Knorrende beesten, Bint
Algemene informatie
-
Auteur: F.
Bordewijk
-
Titel: Blokken, Knorrende
beesten, Bint
-
Plaats van uitgave: ’s-Gravenhage
-
Jaar van uitgave: 1983 (20e druk)
-
Druk: 1931 (Blokken), 1933 (K.B.) en 1934 (Bint).
-
Aantal pagina’s: 147
b.
Bepaal het
genre: Roman (Bint heeft het
thema ‘school’)
c.
Geef een korte
samenvatting van het boek.
·
Blokken: In het verhaal is de
hoofdlijn een opstand tegen het gezag van ‘de Staat’, het neerslaan van deze
verzetsbeweging en de daaropvolgende feestdag voor de bevolking.
·
Knorrende beesten: Vlakbij een pier bevindt
zich een parkeerplaats. Overdag komen veel mensen naar de pier met hun
'knorrende beesten' (auto’s). Parkwachter Bobsien let op zulke dagen op de
'knorrende beesten' en als er iets mis mee is gaan ze naar de garage bij de
ingang van het park. Als het slecht weer is komen de 'knorrende beesten' niet
en dan is er geen werk voor Bobsien en zijn vriendin Sofia Eufemia. Maar als er
dan op een dag rennen worden gehouden bij de parade is het een drukte van
belang. Veel mensen gaan de pier op om de auto's tegen elkaar te zien strijden
en velen beesten sneuvelen. De tweede dag van de beesten worden de beesten versierd
met bloemen en wordt er weer een wedstrijd gehouden en iedereen vergeet voor
even zijn dagelijks leven. Daarna gaan de beesten weer weg en het wordt stil;
het seizoen loopt ten einde.
·
Bint: Bint gaat over een school die door de directeur streng geleid
wordt. Op deze school heerst orde en tucht. Er komt een nieuwe leraar werken,
De Bree. De Bree neemt Bints opvattingen over stalen tucht en discipline over.
De trots van Bint is een klas met de bijnaam ‘de Hel’, een klas die als een
collectief opereert en als een soort knokploeg een opstand van andere
scholieren tegen Bint en zijn systeem
neerslaat.
Specifieke opdracht: verwerkingsvragen
a. Noteer puntsgewijs de kenmerken van je
stroming. Wees zo volledig mogelijk.
b. Licht de kenmerken die je bij a
genoemd hebt toe met voorbeelden uit de tekst, situaties uit de tekst,
fragmenten of citaten.
·
Het is niet langer een afbeelding van
de zichtbare werkelijkheid, maar vaak juist een misvorming ervan.
De gebeurtenissen in met name Blokken en
Bint zijn niet waarheidsgetrouw en
een aardig misvormd. In Blokken
schetst Bordewijk een totalitaire staat, maar het is een misvorming van de
werkelijkheid. Hij beschrijft niet een echt bestaand land en het is ook totaal
geen ideaalplaatje. Bint is het
schrikbeeld van iedere leerling. Er zullen ongetwijfeld schooldirecteuren
rondlopen die vreselijk zijn, maar niet zó gericht op tucht en discipline als
Bint. Bordewijk laat dus niet de werkelijkheid zien, maar het vreselijke
weergave ervan. Op een gegeven moment breekt er in Blokken een revolutie uit. Deze wordt hardhandig neergeslagen door ‘De
Staat’. Vervolgens wordt het enig overgebleven oude deel van de stad met de
grond gelijk gemaakt en er wordt een groot, geasfalteerd plein aangelegd. Dit
is – voor zover ik weet – nog niet in het echt gebeurd en het is een
verschrikkelijk beeld.
·
De proza uit het modernisme kenmerkt
zich doordat er geen alwetende verteller is en doordat de personages zich erg
moeilijk laten kennen. Eén hoofdstuk uit Blokken gaat vrijwel alleen maar als volgt: “Een zei: (…) Een ander zei: (…) Een ander, een vrouw, zei: (…) Een
ander zei: (…) Een ander zei: (…) De eerste zei: (…) De derde zei: (…) (Blokken,
24). In deze passage worden geen verdere uitspraken gedaan over wat de figuren
denken of wat ze voelen. Bordewijk beschrijft slechts ‘objectief’ het gesprek.
Hij weet hier dus alleen wát er gezegd wordt en niet wat de achterliggende gedachtes
zijn. Hij is dus geen alwetende verteller.
·
De boeken Blokken, Knorrende Beesten en Bint komen waarschijnlijk uit de
periode van nieuwe zakelijkheid. Deze stroming is een reactie op zowel het
expressionisme als het constructivisme.
o
De teksten zijn geschreven in een
alledaagse taal. Ik kan niet beoordelen wat de
alledaagse taal van de jaren ’30 van de vorige eeuw is, maar ik neem aan dat
deze niet erg afwijkt van de taal van nu. Veel woorden die wij nu echter als ‘netjes’,
‘ouderwets’ of simpelweg ‘moeilijk’ bestempelen, waren in die tijd misschien
erg gewoon. Aangezien het taalgebruik aardig overeenkomt met hoe wij nu
schrijven en spreken, denk ik dat Bordewijk in aardig alledaagse taal
geschreven heeft. “De Bree zijn
voorganger had nog les gegeven tot einde september. De Bree kwam in november.
Aan zijn vak hadden de vier klassen een maand niets gedaan. Na een week van
aanpassen gaf hij vol gas.” (Bint, 91)
o
Er werd zo objectief mogelijk en
uiterst nauwkeurig geschreven; veel details komen aan bod, maar weinig
bijvoeglijke naamwoorden. Het is niet alleen objectief en
uiterst nauwkeurig, maar ook erg staccato, met erg korte zinnetjes. “Een oud man klom uit de cabine, ging langs
de pompen naar de garage. Zijn baard stroomde op de wind. Zijn loop was
krachtig. Gebiedend sloegen zijn knokkels op de dichte deuren. Er kwam geen
stem dan van de leegte.” (Knorrende beesten, 67).
o
Schrijvers zijn, vooral ten opzichte
van het opkomende fascisme, kritisch en streven naar een volkomen objectief
realisme, zonder enig spoor van idealisme of sentiment. Vooral Blokken
is hier een uitstekend voorbeeld van. Bordewijk laat slechts het beeld van een
(overdreven) totalitaire staat zien. Hij geeft verder geen mening, hij
beschrijft slechts wat er te zien is. Dit is samen te vatten in de term ‘objectief
realisme’.
Wel is duidelijk
dat hij in een overdreven vorm totalitaire staten van zijn tijd probeert weer
te geven. Het was in de tijd dat dit boek werd geschreven dat het
Nationaal-Socialisme groot werd in Duitsland.
c. Leg uit in welke mate het door jou
gekozen boek een exponent is van de betreffende stroming.
Het boek/de boeken Blokken, Knorrende beesten en Bint
is/zijn een goede exponent van de stroming van de nieuwe zakelijkheid, omdat
het vrijwel alle kenmerken in zich heeft (zie opdracht b).