1.
Algemene informatie
a. Standaardbeschrijving:
i.
Harry Mulisch, De Aanslag
ii.
Amsterdam, 1982
iii.
347 pagina’s
b. Het
genre is: roman.
c. De
aanslag is geschreven in vijf episodes die plaatsvinden tussen 1945 en 1981. De
familie Steenwijk woont in 1945 aan de rand van Haarlem in een van de vier
huizen aan een kade. Het gezin bestaat uit meneer en mevrouw Steenwijk en de
kinderen Peter en Anton. Naast hun huis, woont aan de linkerkant de familie
Beumer en aan de rechterkant wonen meneer Korteweg en zijn dochter Karin, maar
ook het echtpaar Aarts. De hoofdpersoon is Anton Steenwijk, die in 1945 twaalf
jaar oud is.
Op een avond in januari 1945
zit het gezin Steenwijk in de huiskamer te Mens-erger-je-nieten, als ze
plotseling opgeschrikt worden door schoten. Fake Ploeg, een NSB'er, is
doodgeschoten; zijn lijk ligt op de stoep bij de buren. Kort na de schoten
komen meneer Korteweg en Karin naar buiten en leggen het dode lichaam voor het
huis van Steenwijk. Antons broer Peter wil het lijk gaan terugleggen, maar al
snel arriveren de Duitsers, waardoor Peter moet vluchten. Antons huis wordt in
brand gestoken door de Duitsers en Anton wordt meegenomen naar een
politiebureau in Heemstede. Hij weet niet wat er met zijn ouders en zijn broer
is gebeurd. Anton brengt de nacht door in een van de cellen, samen met een
vrouw. Als hij haar vertelt wat er gebeurd is, reageert ze heftig. Anton wordt
de volgende dag naar zijn oom en tante in Amsterdam gebracht. Hier groeit hij
op.
Na zijn middelbare school gaat
hij studeren en wordt hij anesthesist. Nog tijdens zijn studie komt hij, na het
bezoek aan een feestje van een medestudent in Haarlem, weer op de kade waar hij
vroeger woonde. Als hij voor de open plek staat waar vroeger zijn huis stond,
nodigt mevrouw Beumer hem uit om binnen te komen. Tijdens dat gesprek hoort hij
dat er een monument is opgericht op de plek waar vroeger de aanslag had
plaatsgevonden. Ook wordt hem verteld hoe zijn ouders afgeslacht zijn op een
gruwelijke manier. Op het monument vindt hij de namen van zijn ouders, maar
niet de naam van zijn broer Peter, die niet als gegijzelde gezien werd. De
volgende episode speelt zich af in een jaar waarin veel gebeurtenissen
plaatsvinden die met het communisme te maken hebben. Tijdens een demonstratie
komt hij vlak voor zijn huis in contact met Fake Ploeg jr., de zoon van de
vermoorde Fake Ploeg. Anton nodigt hem bij hem uit en binnen vertellen ze
elkaar wat hen beiden is overkomen. Fake vertelt dat hij geen verschil ziet
tussen de dood van zijn eigen vader en dood van Antons ouders. Hij vond ze
allemaal onschuldig. Zijn vader had wat betreft de communisten gelijk gehad:
wat ze nu hoorden zei hij toen ook al en hij was tenslotte vermoord door de
communisten, die vlak voor het eind van de oorlog nog een daad wilden stellen.
In 1966, in de volgende
episode, is Anton inmiddels zes jaar getrouwd. Hij heeft zijn vrouw Saskia de
Graaff in Londen leren kennen en was meteen verliefd. Haar vader was
toentertijd ambassadeur in Athene, maar is nu gepensioneerd. Anton en Saskia
hebben een dochter, Sandra. Tijdens de begrafenis van een vriend van Antons
schoonvader, in een dorp ten noorden van Amsterdam, maakt Anton kennis met
verschillende oude vrienden van zijn schoonvader en met diverse
oud-verzetsmensen. Ze zijn anticommunistisch en nog steeds antifascistisch.
Voor hen zijn de gebeurtenissen tijdens de oorlog nog steeds actueel.
Op de begrafenis hoort hij hoe
iemand beschrijft hoe hij een ander had doodgeschoten tijdens het
voorbijfietsen. Het komt overeen met de aanslag die Anton heeft meegemaakt en
het blijkt inderdaad over Fake Ploeg te gaan. De man heet Cor Takes en hij
vraagt aan Anton of hij weet waarom meneer Korteweg en Karin het lijk van Ploeg
niet voor het huis van de andere buren hadden gelegd. Anton weet niet waarom.
Opeens vertelt Cor dat ze met z'n tweeën waren: hij en een vriendin. Anton
begrijpt opeens dat dát de vrouw was geweest die hij in de politiecel had
ontmoet. Voor Cor is het een grote verrassing dat Anton haar heeft gekend. Van
Cor verneemt Anton dat ze Truus Coster heette. Drie weken voor de bevrijding is
zij geëxecuteerd. Als hij thuis ligt bij te komen overdenkt hij wat hem
allemaal is overkomen. Hij begrijpt dat hij toch een beeld heeft van hoe Truus
eruit moet hebben gezien: ze moet heel erg op Saskia lijken en dat is
waarschijnlijk ook de reden dat hij op Saskia verliefd geworden is.
Anton zoekt Takes de volgende
dag in Amsterdam op. Voor Takes is de oorlog nog lang niet afgelopen. Dit
blijkt als hij een krantenartikel laat zien waarin staat dat het voormalig
hoofd van Gestapo in Nederland: Willy Lages (één van de Vier van Breda) wegens
ziekte is vrijgelaten. In een kamer hangt ook nog een kaart met daarop de
oorlogsfronten ingetekend zoals die op het eind van de oorlog waren. Naast de
kaart ziet Anton de foto van een vrouw; Truus. In Antons ogen is het Saskia,
terwijl de vrouw op de foto helemaal niet op Saskia lijkt. Het is echter de
blik in de ogen die op die van Saskia lijkt.
De laatste episode speelt zich
af in 1981. Anton is inmiddels gescheiden van Saskia en getrouwd met Liesbeth.
Hij heeft nu ook een zoon, Peter. Met Sandra is hij nog een keer bij het
monument op de kade en op de begraafplaats in Haarlem geweest, bij het graf van
Truus. Het boek eindigt met een ontmoeting tussen Anton en Karin Korteweg
tijdens een demonstratie tegen de atoombewapening in Amsterdam. Van Karin hoort
hij het laatste ontbrekende puzzelstuk: de reden dat Ploeg niet voor het huis
van het (toch wel gehate) echtpaar Aarts werd gelegd was omdat daar Joden
ondergedoken zaten. De familie Steenwijk heeft dat nooit geweten.
2.
Literair
gewicht:
lectuur
|
|
literatuur
|
Als ik kijk naar de tabel in
de opdracht, is dit boek overwegend literatuur. Toch zitten er ook wat
lectuur-achtige trekjes in. Er zit bijvoorbeeld een erg eenvoudige chronologie
in. Het boek is opgedeeld in vijf episodes die plaatsvinden tussen 1945 en 1981.
Het is heel duidelijk wanneer een nieuwe episode begint en wanneer, in welke
tijd, deze episode zich afspeelt. De episodes staan in chronologische volgorde,
je hoeft dus niet zelf alle gebeurtenissen in de goede volgorde te zetten. Dit
is eerder een kenmerk van lectuur dan van literatuur.
Ook staat er in de tabel bij
lectuur ‘lezer meestal alleen getuige’. Dit verhaal wordt beschreven vanuit
hoofdpersonage Anton. Je leest zijn gedachten en krijgt een beeld van zijn
gevoelens. Toch is het hele verhaal opgeschreven in derde persoon enkelvoud,
waardoor de manier van vertellen ietwat afstandelijk aandoet. Enerzijds ben je
een getuige, doordat het geschreven is in de derde persoon, maar anderzijds voel
je je een personage in het verhaal. Dit laatste is een kenmerk van literatuur.
Een ander kenmerk van
literatuur wat ik erg terugzie in dit boek is dat de nadruk ligt op beschrijving
van sfeer en gedachten. Mulisch weet op een meesterlijke wijze elke keer een
sfeerbeeld weer te geven. Ook geeft hij de lezer een goed inzicht in de
gedachten van Anton. Op die manier schept hij een zeer realistisch beeld en
leef je heel erg met Anton mee.
Volgens mij wijkt Mulisch met
zijn boek niet af van de heersende moraal. Dit komt misschien, omdat het boek
zich niet in heden afspeelt. Er is dus ook niet echt sprake van een ‘heersende’
moraal. Ook is het boek weinig kritisch. Dit is waarschijnlijk ook niet de
bedoeling geweest van de schrijver. Het gaat bij dit boek om het onderwerp en
het mooie verhaal, niet om de kritiek op de ‘heersende moraal’.
Het onderwerp is in de
literatuur heel belangrijk. Volgens de ‘definitie’ van lectuur in de opdracht,
zijn vooral genres als dokters-, liefdes- en misdaadromans lectuur. Hierbij is
het thema al bekend en de structuur vaak hetzelfde. Bij literatuur is het onderwerp
bijzonder. ‘De Aanslag’ gaat over de verwerking van moeilijke gebeurtenissen
tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit is al niet echt een doorsnee thema, maar
door de verassende wendingen die het verhaal hier en daar neemt, wordt het
helemaal uniek. En dát is volgens mij precies het kenmerk van literatuur: dat
niet één verhaal hetzelfde is, of ook maar lijkt op een andere roman. Bij
lectuur komt het vaak voor dat verschillende boeken uit een genre één pot nat
zijn. Dat is bij literatuur dus niet zo. De Aanslag is een uniek en bijzonder
verhaal en hoort daarom volgens mij tot de literatuur.
Het boek de aanslag, heeft zijn titel van canonliteratuur verdient, als jongere vind ik de woordkeuze wel moeilijk en vooral al de Duitse termen in begin, Persoonlijk vind ik dat het boek in het midden pas boeiend wordt, omdat alles dan helemaal duidelijk wordt. Ik vind het wel de moeite waard en is zeker een aanrader als je een stukje oude cultuur wilt lezen. Er zijn wel sommige verwarrende delen die soms niet zo goed worden aangeduid, zoals flashbacks die zich afspelen terwijl er evenementen gebeuren buiten de flashback. Er zijn een aantal wendingen die je niet zou verwachten. Dit maakt het boek zo speciaal. De poëzie van Harry Mulisch mag dan misschien slecht zijn (in mijn opinie), maar zijn boeken zeker niet.
BeantwoordenVerwijderen