De Max Havelaar van Eduard Douwes Dekker is
waarschijnlijk het bekendste boek uit de periode van de romantiek. Douwes
Dekker is de echte naam van de schrijver die schreef onder het pseudoniem ‘Multatuli’
(Multa-tuli betekent letterlijk ‘ik heb veel gedragen’). Binnen een maand
schreef hij op een zolderkamertje van een Brussels hotel dit boek, dat later
uit zou groeien tot één van de grootste klassiekers uit de Nederlandse
literatuur. Het boek gaat over zijn ervaringen in Lebak, een deel van de
toenmalige kolonie Nederlands-Indië (het huidige Indonesië). De Max Havelaar is niet zomaar één van de
bekendste boeken uit de romantiek, het is namelijk ook heel representatief voor
deze periode.
De romantiek is een periode die bekend staat als een
dromerig, fantasierijk weerwoord op de voorbije eeuw van verlichting. De
romantici keerden zich fel tegen de overheersing van het verstand, terwijl de
verlichters juist erg de nadruk op de rede hadden gelegd. In de periode van de
romantiek heerste een grote liefde voor de natuur en voor het vreemde,
exotische. Ook streed men voor een betere wereld, voor vrijheid, gelijkheid en
broederschap.
Veel mensen denken bij het woord ‘romantiek’ al snel aan
een romantisch liefdesverhaal. Dat hoeft niet zo te zijn, maar het is wel een
geliefd thema tijdens de romantiek. Zo wordt in de Max Havelaar het
liefdesverhaal van de Lebakse Saïdjah en Adinda verteld. Ook het ‘exotisme’,
het fantaseren over andere, verre bestemmingen, is kenmerkend voor de
romantiek. Het grootste deel van het verhaal over Max Havelaar speelt zich dan
ook af in Lebak.
Bovendien is de romantiek een humor cultus: de romantici
zijn niet wars van een beetje ironie. Dit is heel goed terug te zien in de Max
Havelaar. Multatuli zet het fictieve personage Batavus Droogstoppel met zoveel
overtuiging en overdrijving neer, dat je de ‘makelaar in koffie, lauriergracht no.
37’ al haast vanaf bladzijde één niet meer serieus neemt. Het ironische hieraan
is, dat Multatuli met deze ene personage een hele groep Hollandse zakenlieden
weergeeft. Die hij op deze manier allemaal bestempeld als dom, conservatief en
bovenal: schijnheilig.
Wat echter tegenstrijdig lijkt te zijn, is dat de
romantici zich fel tegen de overheersing het verstand keerde, terwijl telkens
de nadruk wordt gelegd op Havelaars geweldige intelligentie. Er worden heel wat
bladzijden gebruikt om te vertellen hoe slim Max Havelaar wel niet is. Toch is
ook dit niet helemaal een tegenstelling. Men smulde in de romantiek ook van ‘romantische
helden’, zoals Havelaar, die strijden voor een betere wereld. Max Havelaar is
met al zijn deugden en goede eigenschappen natuurlijk een ware held. Ook strijd
hij voor vrijheid, gelijkheid en broederschap. Zo wordt het boek afgesloten met
de bijna beroemd geworden zinnen: “Want aan U draag ik mijn boek op, Willem III,
… keizer van ’t prachtige rijk van insulinde …
Aan U durf ik met vertrouwen te vragen of ’t Uw keizerlijke wil is: Dat
Havelaar wordt bespat met de modder van Slijmeringen en Droogstoppels? En dat
daarginds Uw meer dan dertig miljoenen onderdanen worden mishandeld
en uitgezogen in Uw naam?”
Al met al is de Max Havelaar dus een typische romanticus.
Hij woont in een vreemd, exotisch land en krijgt te maken met ironische
personages als Batavus Droogstoppel. Bovendien hangt hij gedurende het hele
boek de ‘romantische held’ uit door op te komen voor de rechten van zijn
Javaanse rijksgenoten. De Max Havelaar is absoluut de moeite waard om te lezen,
alleen al vanwege de prachtige en gevarieerde schrijfstijl. Hou er echter wel
rekening mee dat diezelfde schrijfstijl en het ietwat trage tempo het moeilijk
maken om niet af te haken. Als je van klassiekers houdt, is dit zeker een boek
dat je gelezen moet hebben!