woensdag 27 november 2013

Leesverslag bij stromingsboeken 1880-1940

Blokken, Knorrende beesten, Bint

Algemene informatie


 a.    Geef de standaardtitelbeschrijving:
-          Auteur:                           F. Bordewijk
-          Titel:                               Blokken, Knorrende beesten, Bint
-          Plaats van uitgave:     ’s-Gravenhage
-          Jaar van uitgave:        1983 (20e druk)
-          Druk:                               1931 (Blokken), 1933 (K.B.) en 1934 (Bint).
-          Aantal pagina’s:          147
b.    Bepaal het genre:  Roman (Bint heeft het thema ‘school’)
c.    Geef een korte samenvatting van het boek.
·        Blokken: In het verhaal is de hoofdlijn een opstand tegen het gezag van ‘de Staat’, het neerslaan van deze verzetsbeweging en de daaropvolgende feestdag voor de bevolking.
·        Knorrende beesten: Vlakbij een pier bevindt zich een parkeerplaats. Overdag komen veel mensen naar de pier met hun 'knorrende beesten' (auto’s). Parkwachter Bobsien let op zulke dagen op de 'knorrende beesten' en als er iets mis mee is gaan ze naar de garage bij de ingang van het park. Als het slecht weer is komen de 'knorrende beesten' niet en dan is er geen werk voor Bobsien en zijn vriendin Sofia Eufemia. Maar als er dan op een dag rennen worden gehouden bij de parade is het een drukte van belang. Veel mensen gaan de pier op om de auto's tegen elkaar te zien strijden en velen beesten sneuvelen. De tweede dag van de beesten worden de beesten versierd met bloemen en wordt er weer een wedstrijd gehouden en iedereen vergeet voor even zijn dagelijks leven. Daarna gaan de beesten weer weg en het wordt stil; het seizoen loopt ten einde.
·        Bint: Bint gaat over een school die door de directeur streng geleid wordt. Op deze school heerst orde en tucht. Er komt een nieuwe leraar werken, De Bree. De Bree neemt Bints opvattingen over stalen tucht en discipline over. De trots van Bint is een klas met de bijnaam ‘de Hel’, een klas die als een collectief opereert en als een soort knokploeg een opstand van andere scholieren tegen Bint en zijn systeem  neerslaat.

Specifieke opdracht: verwerkingsvragen

a.    Noteer puntsgewijs de kenmerken van je stroming. Wees zo volledig mogelijk.
b.    Licht de kenmerken die je bij a genoemd hebt toe met voorbeelden uit de tekst, situaties uit de tekst, fragmenten of citaten.
·        Het is niet langer een afbeelding van de zichtbare werkelijkheid, maar vaak juist een misvorming ervan. De gebeurtenissen in met name Blokken en Bint zijn niet waarheidsgetrouw en een aardig misvormd. In Blokken schetst Bordewijk een totalitaire staat, maar het is een misvorming van de werkelijkheid. Hij beschrijft niet een echt bestaand land en het is ook totaal geen ideaalplaatje. Bint is het schrikbeeld van iedere leerling. Er zullen ongetwijfeld schooldirecteuren rondlopen die vreselijk zijn, maar niet zó gericht op tucht en discipline als Bint. Bordewijk laat dus niet de werkelijkheid zien, maar het vreselijke weergave ervan. Op een gegeven moment breekt er in Blokken een revolutie uit. Deze wordt hardhandig neergeslagen door ‘De Staat’. Vervolgens wordt het enig overgebleven oude deel van de stad met de grond gelijk gemaakt en er wordt een groot, geasfalteerd plein aangelegd. Dit is – voor zover ik weet – nog niet in het echt gebeurd en het is een verschrikkelijk beeld.  
·        De proza uit het modernisme kenmerkt zich doordat er geen alwetende verteller is en doordat de personages zich erg moeilijk laten kennen. Eén hoofdstuk uit Blokken gaat vrijwel alleen maar als volgt: “Een zei: (…) Een ander zei: (…) Een ander, een vrouw, zei: (…) Een ander zei: (…) Een ander zei: (…) De eerste zei: (…) De derde zei: (…) (Blokken, 24). In deze passage worden geen verdere uitspraken gedaan over wat de figuren denken of wat ze voelen. Bordewijk beschrijft slechts ‘objectief’ het gesprek. Hij weet hier dus alleen wát er gezegd wordt en niet wat de achterliggende gedachtes zijn. Hij is dus geen alwetende verteller.
·        De boeken Blokken, Knorrende Beesten en Bint komen waarschijnlijk uit de periode van nieuwe zakelijkheid. Deze stroming is een reactie op zowel het expressionisme als het constructivisme.
o   De teksten zijn geschreven in een alledaagse taal. Ik kan niet beoordelen wat de alledaagse taal van de jaren ’30 van de vorige eeuw is, maar ik neem aan dat deze niet erg afwijkt van de taal van nu. Veel woorden die wij nu echter als ‘netjes’, ‘ouderwets’ of simpelweg ‘moeilijk’ bestempelen, waren in die tijd misschien erg gewoon. Aangezien het taalgebruik aardig overeenkomt met hoe wij nu schrijven en spreken, denk ik dat Bordewijk in aardig alledaagse taal geschreven heeft. “De Bree zijn voorganger had nog les gegeven tot einde september. De Bree kwam in november. Aan zijn vak hadden de vier klassen een maand niets gedaan. Na een week van aanpassen gaf hij vol gas.” (Bint, 91)
o   Er werd zo objectief mogelijk en uiterst nauwkeurig geschreven; veel details komen aan bod, maar weinig bijvoeglijke naamwoorden. Het is niet alleen objectief en uiterst nauwkeurig, maar ook erg staccato, met erg korte zinnetjes. “Een oud man klom uit de cabine, ging langs de pompen naar de garage. Zijn baard stroomde op de wind. Zijn loop was krachtig. Gebiedend sloegen zijn knokkels op de dichte deuren. Er kwam geen stem dan van de leegte.” (Knorrende beesten, 67).
o   Schrijvers zijn, vooral ten opzichte van het opkomende fascisme, kritisch en streven naar een volkomen objectief realisme, zonder enig spoor van idealisme of sentiment. Vooral Blokken is hier een uitstekend voorbeeld van. Bordewijk laat slechts het beeld van een (overdreven) totalitaire staat zien. Hij geeft verder geen mening, hij beschrijft slechts wat er te zien is. Dit is samen te vatten in de term ‘objectief realisme’.
Wel is duidelijk dat hij in een overdreven vorm totalitaire staten van zijn tijd probeert weer te geven. Het was in de tijd dat dit boek werd geschreven dat het Nationaal-Socialisme groot werd in Duitsland.  

c.    Leg uit in welke mate het door jou gekozen boek een exponent is van de betreffende stroming.
Het boek/de boeken Blokken, Knorrende beesten en Bint is/zijn een goede exponent van de stroming van de nieuwe zakelijkheid, omdat het vrijwel alle kenmerken in zich heeft (zie opdracht b). 


maandag 1 juli 2013

Verwerkingsopdracht 'Leesgroep' - Catwalk van D. Hooijer

Catwalk van D. Hooijer

Door: Jonna van Doorn, Julia Sleutjes, Annabel Dikkes en Femke Koekkoek, 5B

Samenvatting van de boekbespreking

Onze verwachtingen en of die zijn uitgekomen:
De voorkant wekte onze interesse: vooral de titel. Omdat het ‘Catwalk’ heet, hadden we verwacht dat het zou gaan over meisjes die zich helemaal uitmergelen voor de mode, maar het bleek niet over modellen te gaan, maar over oudere mensen, over een escortgirl en over hun seksuele relaties.
Bovendien hadden we verwacht dat het boek wel een beetje naar literatuur zou neigen, maar ook deze verwachting kwam niet uit. Er werd bijna staccato geschreven, zúlke korte zinnen werden er gebruikt. Het boek kwam daardoor erg simpel over.

Titelverklaring:
Een simpele verklaring is dat naaister Wilma zich ontwikkelt als modeontwerpster en Margriet en Eva modeshows laat lopen. Bij deze modeshows ontmoeten de hoofdpersonen van het boek elkaar telkens, dus de shows nemen een belangrijke rol in het boek in.
Een andere verklaring is dat het boek gaat over het leven van een aantal typische personages. Al die verschillende mensen komen aan bod op de ‘catwalk van het leven’. Het zijn allemaal figuren die wel eens in het middelpunt van de belangstelling zouden willen staan, net als op een catwalk.

Bespreking van de personages:
Fons Kolenbrander
Heeft kortgeleden zijn vrouw verloren en heeft sindsdien de neiging om zijn behoeften te bevredigen bij bordelen. Hij is eigenlijk (of ziet zichzelf als) een vies mannetje omdat hij alleen maar kan denken aan seks sinds zijn vrouw dood is. Hij valt op oudere dames, omdat die hem onbewust doen denken aan de belangrijkste vrouwen uit zijn leven die nu gestorven zijn (zijn moeder en zijn vrouw). Hij runt samen met zijn broer, Maarten, een privé detective bureau.

Margriet
Werkt voor een pooier, maar omdat ze dit zat is, besluit ze naar haar moeder in Parijs te gaan waar ze samen besluiten hun neus te laten verkleinen. Ze wil iets van haar leven maken nadat ze geprobeerd heeft te ontsnappen aan haar pooier. Ze heeft veel doorzettingsvermogen om haar doel te bereiken. Als ze haar oude jeugdliefde, Hein, weer tegenkomt, raakt ze opslag weer verliefd. Helaas is Hein al getrouwd. Toch geeft Margriet niet op en ze raakt zwanger van hem, later trouwen ze als nog.

Mieneke
Buurvrouw van Margriet. Een oude vrouw van ongeveer 82 jaar, ook de obsessie van Fons. Ze is een lieve vrouw die wil dat iedereen gelukkig is.  Ze woont samen met Wilma in het grote huis dat ze voor zichzelf heeft gekocht door slim te beleggen.

Karrie:
De pooier van Margriet. Hij is een egoïstisch mannetje en het prototype pooier.

Hein
De minnaar van Margriet. Hij vindt het moeilijk om te kiezen tussen zijn vrouw en Margriet, helemaal omdat Margriet zwanger van hem is en zijn vrouw labiel is. Uiteindelijk kiest hij ervoor om te scheiden, omdat hij meer van Margriet houdt dan van zijn vrouw, Renee.

Wilma
Woont in bij Mieneke als haar naaister. Midden vijftig jaar. Ze heeft nog nooit een man gekust en geeft toe van Mieneke te houden. Ze is nooit ver van huis geweest, ze heeft de zee namelijk nog nooit gezien. Alleen werken kan haar rustig maken.

Maarten Kolenbrander
De broer van Fons. Hij wordt beschreven als een te dikke man, die vaak achter zijn bureau met zijn benen omhoog ligt naar buiten te kijken. Hij is een charmante man met een vlotte babbel.

Bijpersonen:
Renee
 De vrouw van Hein, heeft ze mentaal niet allemaal op een rijtje.

Arend
Een Fraudeur, was door Fons en Maarten in de gevangenis beland en wilt daarom wraak nemen. Hij wil hierbij echter wel uitkijken dat geen onschuldigen (schoonmakers e.d.) geraakt worden.

De karaktereigenschappen van de bijpersonen zijn helaas niet heel duidelijk in het boek naar voren gekomen.

Bespreking van zaken als: settingperspectiefopen plekken, enzovoort:
Het verhaal speelt zich telkens af in dezelfde omgeving, als een soort toneelstuk. Dit is een stadsomgeving, al wordt het niet duidelijk om welke stad het gaat. Ik kreeg echter het gevoel dat het om Amsterdam ging, omdat een grote stad beschreven wordt met een groot park in de buurt en trams die rijden.

Er worden ook geen precieze data genoemd in dit verhaal, maar het begint in een bloedhete zomer in augustus. Waarschijnlijk is de vertelde tijd een aantal jaar, want in het boek vinden een aantal modeshows/seizoenen van Wilma’s kleding plaats. Ook scheidt Hein van Renee, om vervolgens met Margriet te trouwen en samen een baby te krijgen.

Er komen veel tijdsprongen voor in het verhaal, wat het zo nu en dan lastig maakt om het verhaal goed te volgen. Deze tijdsprongen komen namelijk nogal abrupt voor en slaan vaak belangrijke gebeurtenissen uit de levens van de hoofdpersonages over. Zo is er een tijdsprong van het ene op het andere hoofdstuk, waarin Mieneke ineens is gestorven. Een aantal hoofdstukken later wordt die dood pas beschreven, wat ik niet helemaal logisch en onnodig vond voor het verhaal. Op dit moment had ik een chronologische volgorde geprefereerd. Een ander voorbeeld van zo’n tijdsprong is dat Margriet en Hein van het ene op het andere hoofdstuk getrouwd zijn en een kind verwachten, terwijl ze Renee in een tehuis hebben gezet. Het overslaan van deze belangrijke gebeurtenissen doet vermoeden dat de schrijver geen zin had of geen kans zag om dit te beschrijven.

Het is ook vreemd dat Margriet aan het begin van het boek de hoofdpersonage en hoofdverteller is en in het midden ineens een bijkarakter wordt. Meerdere personages komen als ik-persoon aan het woord in de verschillende hoofdstukken. Elk hoofdstuk heeft een naam als titel, waarbij die naam aanduidt wie de verteller is. Dit zorgt ervoor dat er tegen het einde van het boek ineens nieuwe vertellers aan bod komen, zoals Arend en Maarten. Door deze manier van vertellen krijgt de lezer meer inzicht in de gedachten en psyche van elk personage.
Er zijn niet echt open plekken in het boek, al maakte het verspringen in tijd en overslaan van belangrijke situaties het boek, zoals eerder vermeld, af en toe wel vaag.


Bespreking van het thema en eventuele motieven:
In de verhalenbundels van Hooijer treden vaker bizarre of overdreven personages op. Dat is ook het geval in haar debuutroman, een aantal gekke personages/uitersten van de maatschappij komen hierin aan bod.

Een duidelijk motief in het boek is mislukte relaties. Fons is een weduwnaar die de dood van zijn vrouw niet kan verwerken en daarom op vele oudere vrouwen geilt. Zijn broer Maarten krijgt iets met een vrouw waarvan later blijkt dat ze hem alleen om zijn geld en spullen wilt. Margriet heeft ook niet veel geluk in relaties, omdat ze een escortgirl is en in dat beroep worden relaties niet echt op prijs gesteld. Tegelijkertijd is ze eigenlijk al haar hele leven verliefd op haar jeugdvriend Hein. Hein is op zijn beurt wel in een relatie, maar in een relatie met een mentaal zwakke vrouw. Margriets moeder Eva woont in Parijs en heeft geen gelukkige relatie, omdat haar vriend Marc nog bij zijn ouders woont, die hun zegening voor de relatie niet kunnen geven. Mieneke is een oude vrouw, gescheiden van de man die haar leven vergalde. Haar naaister Wilma is zelfs nog nooit in een relatie geweest.

Een ander motief is het steeds terugkeren van klungeligheid. Arend en zijn vriendjes bereiden hun aanslag op Fons en Maarten erg goed voor, maar als het eropaan komt, gooien ze de granaat te hard en blazen ze zichzelf op. De klungelige medewerken van de broertjes, Van Spree, rapporteert dit aan zijn bazen, maar wordt op dat moment aangereden, waardoor hij later in een scootmobiel terechtkomt.

In conclusie, schrijfster Hooijer strooit met sukkels in haar nieuwe boek. Elk van de personages zijn eenzaam en (gedeeltelijk) ongelukkig. Ze zijn allemaal op zoek naar een gelukkige relatie. Dit is dan ook het thema van het verhaal. Onhandige en imperfecte mensen die zich tentoonstellen op de catwalk van het leven. Hieruit komen niet alleen tragikomische scènes, maar ook een tikkeltje vreemd boek.

Oordeelvorming:

Structureel argument:
Het verhaal komt erg traag op gang. Dit gaat zo nu en dan vervelen. Het gehele boek is met korte zinnen geschreven. Je kunt dit zien als Jip en Janneke stijl. Ook dit kan soms vervelend worden tijdens het lezen.

Realistisch argument:
De personages zijn erg grappig, maar ze overtuigen niet. Het zijn vrijwel allemaal mensen die nogal negatief en gevoelloos zijn. De verschillende perspectieven brengen wel afwisseling in het verhaal.

Emotief argument:
Het verhaal had een tikkeltje meer gevoelens mogen bevatten. De personages gedragen zich erg koel. Het is dan ook heel erg lastig voor de lezer om zich in te kunnen leven.

Al met al vinden wij dit dus geen goede roman. Het is vervelend om te lezen, bevat weinig realistische elementen en weinig emoties.

Persoonlijk deel Julia

1.       Hoe verliep het proces van de discussie? Wat ging goed, wat kon beter?
Ik vond dat de samenwerking erg goed verliep. We hebben de taken verdeeld en natuurlijk gezamenlijk overlegd over hoe we het zouden aanpakken.
2.       Wat heb je geleerd van deze opdracht? 
Wat we geleerd hebben, is dat niet elk even leuk is als het lijkt. Ook hebben we beter onze mening leren geven omdat niet iedereen meteen doorhad waar een ander het over had. Dit moest dus beter uitgelegd worden, wat ons weer een ervaring rijker heeft gemaakt.
3.       Welk leesniveau heeft jullie boek? Hoe goed kon je hier mee over weg?
Ik vind dat het boek een relatief laag leesniveau heeft, hoewel ik dat niet helemaal had verwacht omdat de achterkant van het boek naar mijn idee meer gericht is op de literatuur. De voorkant van het boek en de achterkant zagen er naar mijn idee veelbelovend uit. Dit viel helaas erg tegen. Verder vond ik de taal die gebruikt werd in het boek een beetje simpel. Het leek een beetje alsof een kleuter van 4 het boek nog zou kunnen volgen. Als ik nog een keer een boek uit zou zoeken, zou ik liever een boek met een iets hoger leesniveau hebben waar iets meer diepgang inzit zodat je iets beter na moet denken over het verhaal waardoor het boek je waarschijnlijk ook meer raakt.
4.       Op welk leesniveau wil je insteken met je volgende boek? Welk boek/welke schrijver ben je van plan te gaan lezen?
Ik wil altijd nog een keer ‘De ontdekking van de hemel’ lezen, dus ik denk dat ik hier de volgende keer mee aan de slag ga als ik er genoeg tijd voor heb.


Persoonlijk deel Annabel

1.       Hoe verliep het proces van de discussie? Wat ging goed, wat kon beter?
Het plannen van een discussiemoment was erg lastig, omdat de opdracht op een ongelukkig moment was opgegeven. Dit hebben we opgelost door de conversaties online te doen. Zo stond meteen vastgelegd wat er gezegd werd.Achteraf gezien is het online discussiëren erg handig geweest. Zoals ik al zei was hetgene wat er was gezegd meteen vastgelegd op ‘papier’.

2.       Wat heb je geleerd van deze opdracht? 
Niet iedereen denkt hetzelfde bij een boek, of krijgt er hetzelfde gevoel bij dat jij krijgt. De ene persoon kan een verhaallijn precies volgen en begrijpen wat de schrijver nu precies bedoeld, terwijl een ander niets van het verhaal snapt. Waar we het samen wel over eens waren was dat ‘Catwalk’ weinig emotie heeft, en daardoor weinig inlevingsvermogen.

3.       Welk leesniveau heeft jullie boek? Hoe goed kon je hier mee over weg?
Leesniveau 4. Het verhaal is geschreven in korte zinnen, dit gaat soms vervelen. Het niveau zou geen probleem moeten zijn, maar M. Hooijer heeft een erg aparte stijl van schrijven. Ook de tijdsprongen, zowel in de toekomst als in het verleden, zorgen voor veel verwarring. Dit maakt het niet bepaald een makkelijk boek om te lezen.

4.       Op welk leesniveau wil je insteken met je volgende boek? Welk boek/welke schrijver ben je van plan te gaan lezen?
Omdat ik niet echt een lezer ben, blijf ik toch vaak op niveau 4 hangen. Toch zou ik graag “De Procedure” van Harry Mulisch willen gaan proberen te lezen.

Persoonlijk deel Jonna

1.       Hoe verliep het proces van de discussie? Wat ging goed, wat kon beter?
Het proces van de discussie verliep erg gladjes. Het was gemakkelijk, omdat we allemaal eigenlijk wel dezelfde mening over het boek hadden. Het enige lastige was dat we de discussie pas heel laat konden houden, omdat er maar één exemplaar van dit boek in de mediatheek te leen was. Verder kon ook niemand van ons het boek vinden in een van onze eigen bibliotheken. Hierdoor was het allemaal een beetje last-minute, maar gelukkig ging het, toen het erop aankwam, erg goed.

2.       Wat heb je geleerd van deze opdracht? 
Ik heb om eerlijk te zijn niet het gevoel dat ik bijzonder veel geleerd heb bij deze opdracht.

3.       Welk leesniveau heeft jullie boek? Hoe goed kon je hier mee over weg?
Het leesniveau van dit boek is lastig te bepalen. Wij vonden het allemaal heel makkelijk geschreven en we stonden er ook allemaal verbaasd van dat dit literatuur is. Echter, het heeft wel de Libris Literatuurprijs gewonnen, dus van heel laag niveau zal het boek niet zijn. Toch vond ik het best wel storend en van laag niveau geschreven. Taalgebruik en/of beeldspraak blies me zeker niet van de toren en het verhaal vindt ik ook door en door matig.

4.       Op welk leesniveau wil je insteken met je volgende boek? Welk boek/welke schrijver ben je van plan te gaan lezen?
Ik zou graag wat hoger leesniveau willen lezen. Ik ben momenteel bezig in Mijn kleine waanzin van Jan Brokken. Verder ben ik van plan om Een schitterend gebrek van Arthur Japin te lezen op aanraden van mijn oma.

Persoonlijk deel Femke

1.       Hoe verliep het proces van de discussie? Wat ging goed, wat kon beter?
Het proces van de discussie verliep voor mijn gevoel vrij vlekkeloos. We waren het allemaal snel met elkaar eens: het was niet zo’n leuk boek, vanwege het relatief simpele niveau en de nogal staccato schrijfstijl. Ook hebben we zonder discussie verdeeld wie welk onderdeel ging uitwerken.
2.       Wat heb je geleerd van deze opdracht? 
Het boek sprak me niet erg aan en het was ver onder ons niveau. Meestal lees ik boeken van niveau 4 of 5 en niveau 3 vond ik echt teleurstellend laag. Ik heb er dus wel van geleerd dat het belangrijk is wat voor niveau een boek heeft, omdat het door een vervelende schrijfstijl of een gebrek aan diepgang, saai kan worden.
3.       Welk leesniveau heeft jullie boek? Hoe goed kon je hier mee over weg?
Ik denk dat ons boek leesniveau 3 heeft. Ik vond het meer lectuur dan literatuur.Mijn verwachtingen waren al niet zo hooggespannen toen ik de titel en de achterkant van het boek las en deze verwachtingen bleken inderdaad te kloppen. Het boek was erg simpel geschreven in nogal korte zinnen. Dat werkte aan de ene kant heel grappig en verfrissend, maar aan de andere kant vond ik het op een gegeven moment irritant worden. Bovendien miste het boek een zekere diepgang.
4.       Op welk leesniveau wil je insteken met je volgende boek? Welk boek/welke schrijver ben je van plan te gaan lezen?

Ik ben van plan om de volgende keer leesniveau 5 of 6 te gaan lezen. Ik heb van verschillende mensen gehoord dat ‘De ontdekking van de hemel’ van Harry Mulisch een heel mooi boek is. Ik hoorde zelfs iemand zeggen dat het “het mooiste boek dat hij ooit gelezen had” was. Dat boek ga ik dus zeker nog een keer lezen. 

donderdag 30 mei 2013

Max Havelaar is een romanticus


De Max Havelaar van Eduard Douwes Dekker is waarschijnlijk het bekendste boek uit de periode van de romantiek. Douwes Dekker is de echte naam van de schrijver die schreef onder het pseudoniem ‘Multatuli’ (Multa-tuli betekent letterlijk ‘ik heb veel gedragen’). Binnen een maand schreef hij op een zolderkamertje van een Brussels hotel dit boek, dat later uit zou groeien tot één van de grootste klassiekers uit de Nederlandse literatuur. Het boek gaat over zijn ervaringen in Lebak, een deel van de toenmalige kolonie Nederlands-Indië (het huidige Indonesië).  De Max Havelaar is niet zomaar één van de bekendste boeken uit de romantiek, het is namelijk ook heel representatief voor deze periode.
De romantiek is een periode die bekend staat als een dromerig, fantasierijk weerwoord op de voorbije eeuw van verlichting. De romantici keerden zich fel tegen de overheersing van het verstand, terwijl de verlichters juist erg de nadruk op de rede hadden gelegd. In de periode van de romantiek heerste een grote liefde voor de natuur en voor het vreemde, exotische. Ook streed men voor een betere wereld, voor vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Veel mensen denken bij het woord ‘romantiek’ al snel aan een romantisch liefdesverhaal. Dat hoeft niet zo te zijn, maar het is wel een geliefd thema tijdens de romantiek. Zo wordt in de Max Havelaar het liefdesverhaal van de Lebakse Saïdjah en Adinda verteld. Ook het ‘exotisme’, het fantaseren over andere, verre bestemmingen, is kenmerkend voor de romantiek. Het grootste deel van het verhaal over Max Havelaar speelt zich dan ook af in Lebak.
Bovendien is de romantiek een humor cultus: de romantici zijn niet wars van een beetje ironie. Dit is heel goed terug te zien in de Max Havelaar. Multatuli zet het fictieve personage Batavus Droogstoppel met zoveel overtuiging en overdrijving neer, dat je de ‘makelaar in koffie, lauriergracht no. 37’ al haast vanaf bladzijde één niet meer serieus neemt. Het ironische hieraan is, dat Multatuli met deze ene personage een hele groep Hollandse zakenlieden weergeeft. Die hij op deze manier allemaal bestempeld als dom, conservatief en bovenal: schijnheilig.
Wat echter tegenstrijdig lijkt te zijn, is dat de romantici zich fel tegen de overheersing het verstand keerde, terwijl telkens de nadruk wordt gelegd op Havelaars geweldige intelligentie. Er worden heel wat bladzijden gebruikt om te vertellen hoe slim Max Havelaar wel niet is. Toch is ook dit niet helemaal een tegenstelling. Men smulde in de romantiek ook van ‘romantische helden’, zoals Havelaar, die strijden voor een betere wereld. Max Havelaar is met al zijn deugden en goede eigenschappen natuurlijk een ware held. Ook strijd hij voor vrijheid, gelijkheid en broederschap. Zo wordt het boek afgesloten met de bijna beroemd geworden zinnen: “Want aan U draag ik mijn boek op, Willem III, … keizer van ’t prachtige rijk van insulinde … Aan U durf ik met vertrouwen te vragen of ’t Uw keizerlijke wil is: Dat Havelaar wordt bespat met de modder van Slijmeringen en Droogstoppels? En dat daarginds Uw meer dan dertig miljoenen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen in Uw naam?”
Al met al is de Max Havelaar dus een typische romanticus. Hij woont in een vreemd, exotisch land en krijgt te maken met ironische personages als Batavus Droogstoppel. Bovendien hangt hij gedurende het hele boek de ‘romantische held’ uit door op te komen voor de rechten van zijn Javaanse rijksgenoten. De Max Havelaar is absoluut de moeite waard om te lezen, alleen al vanwege de prachtige en gevarieerde schrijfstijl. Hou er echter wel rekening mee dat diezelfde schrijfstijl en het ietwat trage tempo het moeilijk maken om niet af te haken. Als je van klassiekers houdt, is dit zeker een boek dat je gelezen moet hebben!

donderdag 16 mei 2013

Beschouwing Verlichting


De filosofen in de 17e en 18e eeuw noemden hun eigen tijd de Verlichting.  Ze noemden die periode zo, omdat zij de ‘donkere eeuwen’ van de onwetende mens achter zich hadden gelaten. Ze zagen zichzelf als ‘verlicht’, alsof er plotseling een lampje was gaan branden dat licht gaf in de duisternis . De aanhangers van deze stroming hadden grootse plannen: mensen moesten mondig worden gemaakt en er moest een eerlijke verdeling van de macht komen, het onderwijs en de opvoeding moesten verbeterd worden, de nadruk moest komen te liggen op verdraagzaamheid en er moest godsdienstvrijheid zijn voor iedereen. Dit zijn natuurlijk allemaal prachtige idealen, maar wat is ervan terechtgekomen?
Sinds de tijd van de verlichting is er een heleboel veranderd. Mensen zijn nu minder op hun mondje gevallen dan in de achttiende eeuw. In Nederland is er zelfs een wet die mensen de vrijheid geeft om hun mening te uiten. Zo kan iedereen zijn mening ongestraft geven. Soms leidt dit wel tot een storm in een glas water: rond de troonswisseling ontstond grote ophef over het koningslied dat niet mooi zou zijn. Het is prachtig dat iedereen zo makkelijk kan zeggen wat hij vindt, maar hierdoor keken er maar weinig mensen met een kritische blik naar de parlementaire democratie waarin wij leven.
Deze parlementaire democratie is in vergelijking met de tijd van de verlichting een grote vooruitgang en een doorsnee verlichter zou waarschijnlijk erg gelukkig zijn met ons bestuurssysteem. Het bestuur ligt niet meer bij de koning en de adel, die door hun afkomst de macht verkregen, maar bij een gekozen parlement. Toch zou deze tijdreizende verlichter inzien dat er nog steeds dingen te verbeteren zijn. Het is immers een parlementaire monarchie die we hebben en er is dus nog steeds een koning, wat duidt op ongelijk verdeelde macht.
Het onderwijs is door de leerplicht sterk vooruit gegaan. Alle kinderen moeten vanaf hun vierde tot en met hun achttiende levensjaar verplicht naar school. Dit heeft ervoor gezorgd dat zowel kinderen van rijke ouders als kinderen van ouders die het minder breed hebben, naar school kunnen. Zo krijgt iedereen hetzelfde onderwijs en de opvoeding die zij op school krijgen is dus ook min of meer hetzelfde. Dit was tijdens de Verlichting nog niet zo.  
De verlichters wilden ook dat men verdraagzaam was voor elkaar en dat iedereen mocht geloven wat hij zelf wilde. In ons land is er tegenwoordig grotendeels sprake van godsdienstvrijheid. Volgens de wet mag iedereen zelf weten welke religie hij aanhangt, maar er zijn nog steeds mensen die elkaar het leven zuur maken vanwege hun geloof. Sinds de Verlichting is de tolerantie ten opzichte van buitenlanders ook afgenomen. Eerst werd iedereen gewoon geaccepteerd. Alle vluchtelingen waren hier zonder meer welkom en ook de gastarbeiders werden in het begin warm onthaald. Vandaag te dag schijnen we minder verdraagzaam te zijn naar allochtonen. Dit ideaal van verdraagzaamheid heeft dus lange tijd bestaan, maar dreigt nu weer weg te ebben.
Kortom: veel idealen van de filosofen uit de verlichting zijn min of meer nagevolgd. Sommige ‘verlichtersdromen’ zijn helemaal uitgekomen, zoals de vrijheid van meningsuiting, andere zijn aan het wegvagen, zoals verdraagzaamheid (t.o.v. buitenlanders). Al met al is duidelijk te zien dat hun manier van denken is gebleven. Ze vonden dat de nadruk moest komen te liggen op de rede, op het verstand. Daarmee kon volgens hen alles beredeneerd worden. Deze belangrijke trend is door alle generaties na hen voortgezet en vormt de basis van onze hedendaagse samenleving.

donderdag 14 februari 2013

Literatuur of lectuur? "De Aanslag" van Harry Mulisch


1.        Algemene informatie
a.      Standaardbeschrijving:
                                                               i.      Harry Mulisch, De Aanslag
                                                             ii.      Amsterdam, 1982
                                                            iii.      347 pagina’s
b.    Het genre is: roman. 
c.    De aanslag is geschreven in vijf episodes die plaatsvinden tussen 1945 en 1981. De familie Steenwijk woont in 1945 aan de rand van Haarlem in een van de vier huizen aan een kade. Het gezin bestaat uit meneer en mevrouw Steenwijk en de kinderen Peter en Anton. Naast hun huis, woont aan de linkerkant de familie Beumer en aan de rechterkant wonen meneer Korteweg en zijn dochter Karin, maar ook het echtpaar Aarts. De hoofdpersoon is Anton Steenwijk, die in 1945 twaalf jaar oud is.
Op een avond in januari 1945 zit het gezin Steenwijk in de huiskamer te Mens-erger-je-nieten, als ze plotseling opgeschrikt worden door schoten. Fake Ploeg, een NSB'er, is doodgeschoten; zijn lijk ligt op de stoep bij de buren. Kort na de schoten komen meneer Korteweg en Karin naar buiten en leggen het dode lichaam voor het huis van Steenwijk. Antons broer Peter wil het lijk gaan terugleggen, maar al snel arriveren de Duitsers, waardoor Peter moet vluchten. Antons huis wordt in brand gestoken door de Duitsers en Anton wordt meegenomen naar een politiebureau in Heemstede. Hij weet niet wat er met zijn ouders en zijn broer is gebeurd. Anton brengt de nacht door in een van de cellen, samen met een vrouw. Als hij haar vertelt wat er gebeurd is, reageert ze heftig. Anton wordt de volgende dag naar zijn oom en tante in Amsterdam gebracht. Hier groeit hij op.
Na zijn middelbare school gaat hij studeren en wordt hij anesthesist. Nog tijdens zijn studie komt hij, na het bezoek aan een feestje van een medestudent in Haarlem, weer op de kade waar hij vroeger woonde. Als hij voor de open plek staat waar vroeger zijn huis stond, nodigt mevrouw Beumer hem uit om binnen te komen. Tijdens dat gesprek hoort hij dat er een monument is opgericht op de plek waar vroeger de aanslag had plaatsgevonden. Ook wordt hem verteld hoe zijn ouders afgeslacht zijn op een gruwelijke manier. Op het monument vindt hij de namen van zijn ouders, maar niet de naam van zijn broer Peter, die niet als gegijzelde gezien werd. De volgende episode speelt zich af in een jaar waarin veel gebeurtenissen plaatsvinden die met het communisme te maken hebben. Tijdens een demonstratie komt hij vlak voor zijn huis in contact met Fake Ploeg jr., de zoon van de vermoorde Fake Ploeg. Anton nodigt hem bij hem uit en binnen vertellen ze elkaar wat hen beiden is overkomen. Fake vertelt dat hij geen verschil ziet tussen de dood van zijn eigen vader en dood van Antons ouders. Hij vond ze allemaal onschuldig. Zijn vader had wat betreft de communisten gelijk gehad: wat ze nu hoorden zei hij toen ook al en hij was tenslotte vermoord door de communisten, die vlak voor het eind van de oorlog nog een daad wilden stellen.
In 1966, in de volgende episode, is Anton inmiddels zes jaar getrouwd. Hij heeft zijn vrouw Saskia de Graaff in Londen leren kennen en was meteen verliefd. Haar vader was toentertijd ambassadeur in Athene, maar is nu gepensioneerd. Anton en Saskia hebben een dochter, Sandra. Tijdens de begrafenis van een vriend van Antons schoonvader, in een dorp ten noorden van Amsterdam, maakt Anton kennis met verschillende oude vrienden van zijn schoonvader en met diverse oud-verzetsmensen. Ze zijn anticommunistisch en nog steeds antifascistisch. Voor hen zijn de gebeurtenissen tijdens de oorlog nog steeds actueel.
Op de begrafenis hoort hij hoe iemand beschrijft hoe hij een ander had doodgeschoten tijdens het voorbijfietsen. Het komt overeen met de aanslag die Anton heeft meegemaakt en het blijkt inderdaad over Fake Ploeg te gaan. De man heet Cor Takes en hij vraagt aan Anton of hij weet waarom meneer Korteweg en Karin het lijk van Ploeg niet voor het huis van de andere buren hadden gelegd. Anton weet niet waarom. Opeens vertelt Cor dat ze met z'n tweeën waren: hij en een vriendin. Anton begrijpt opeens dat dát de vrouw was geweest die hij in de politiecel had ontmoet. Voor Cor is het een grote verrassing dat Anton haar heeft gekend. Van Cor verneemt Anton dat ze Truus Coster heette. Drie weken voor de bevrijding is zij geëxecuteerd. Als hij thuis ligt bij te komen overdenkt hij wat hem allemaal is overkomen. Hij begrijpt dat hij toch een beeld heeft van hoe Truus eruit moet hebben gezien: ze moet heel erg op Saskia lijken en dat is waarschijnlijk ook de reden dat hij op Saskia verliefd geworden is.
Anton zoekt Takes de volgende dag in Amsterdam op. Voor Takes is de oorlog nog lang niet afgelopen. Dit blijkt als hij een krantenartikel laat zien waarin staat dat het voormalig hoofd van Gestapo in Nederland: Willy Lages (één van de Vier van Breda) wegens ziekte is vrijgelaten. In een kamer hangt ook nog een kaart met daarop de oorlogsfronten ingetekend zoals die op het eind van de oorlog waren. Naast de kaart ziet Anton de foto van een vrouw; Truus. In Antons ogen is het Saskia, terwijl de vrouw op de foto helemaal niet op Saskia lijkt. Het is echter de blik in de ogen die op die van Saskia lijkt.
De laatste episode speelt zich af in 1981. Anton is inmiddels gescheiden van Saskia en getrouwd met Liesbeth. Hij heeft nu ook een zoon, Peter. Met Sandra is hij nog een keer bij het monument op de kade en op de begraafplaats in Haarlem geweest, bij het graf van Truus. Het boek eindigt met een ontmoeting tussen Anton en Karin Korteweg tijdens een demonstratie tegen de atoombewapening in Amsterdam. Van Karin hoort hij het laatste ontbrekende puzzelstuk: de reden dat Ploeg niet voor het huis van het (toch wel gehate) echtpaar Aarts werd gelegd was omdat daar Joden ondergedoken zaten. De familie Steenwijk heeft dat nooit geweten.
2.       Literair gewicht:

 lectuur

 literatuur

Als ik kijk naar de tabel in de opdracht, is dit boek overwegend literatuur. Toch zitten er ook wat lectuur-achtige trekjes in. Er zit bijvoorbeeld een erg eenvoudige chronologie in. Het boek is opgedeeld in vijf episodes die plaatsvinden tussen 1945 en 1981. Het is heel duidelijk wanneer een nieuwe episode begint en wanneer, in welke tijd, deze episode zich afspeelt. De episodes staan in chronologische volgorde, je hoeft dus niet zelf alle gebeurtenissen in de goede volgorde te zetten. Dit is eerder een kenmerk van lectuur dan van literatuur.

Ook staat er in de tabel bij lectuur ‘lezer meestal alleen getuige’. Dit verhaal wordt beschreven vanuit hoofdpersonage Anton. Je leest zijn gedachten en krijgt een beeld van zijn gevoelens. Toch is het hele verhaal opgeschreven in derde persoon enkelvoud, waardoor de manier van vertellen ietwat afstandelijk aandoet. Enerzijds ben je een getuige, doordat het geschreven is in de derde persoon, maar anderzijds voel je je een personage in het verhaal. Dit laatste is een kenmerk van literatuur.

Een ander kenmerk van literatuur wat ik erg terugzie in dit boek is dat de nadruk ligt op beschrijving van sfeer en gedachten. Mulisch weet op een meesterlijke wijze elke keer een sfeerbeeld weer te geven. Ook geeft hij de lezer een goed inzicht in de gedachten van Anton. Op die manier schept hij een zeer realistisch beeld en leef je heel erg met Anton mee.

Volgens mij wijkt Mulisch met zijn boek niet af van de heersende moraal. Dit komt misschien, omdat het boek zich niet in heden afspeelt. Er is dus ook niet echt sprake van een ‘heersende’ moraal. Ook is het boek weinig kritisch. Dit is waarschijnlijk ook niet de bedoeling geweest van de schrijver. Het gaat bij dit boek om het onderwerp en het mooie verhaal, niet om de kritiek op de ‘heersende moraal’.

Het onderwerp is in de literatuur heel belangrijk. Volgens de ‘definitie’ van lectuur in de opdracht, zijn vooral genres als dokters-, liefdes- en misdaadromans lectuur. Hierbij is het thema al bekend en de structuur vaak hetzelfde. Bij literatuur is het onderwerp bijzonder. ‘De Aanslag’ gaat over de verwerking van moeilijke gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit is al niet echt een doorsnee thema, maar door de verassende wendingen die het verhaal hier en daar neemt, wordt het helemaal uniek. En dát is volgens mij precies het kenmerk van literatuur: dat niet één verhaal hetzelfde is, of ook maar lijkt op een andere roman. Bij lectuur komt het vaak voor dat verschillende boeken uit een genre één pot nat zijn. Dat is bij literatuur dus niet zo. De Aanslag is een uniek en bijzonder verhaal en hoort daarom volgens mij tot de literatuur.